Compressie van afbeeldingen met en zonder verlies

Als we een bestand comprimeren, dan doen we dat omdat we het tijdelijk kleiner willen maken (bijvoorbeeld om het met email te versturen), of omdat we het permanent kleiner willen maken (bijvoorbeeld om afbeeldingen op het internet te tonen).

Verliesvrije compressie technieken zijn voor wanneer we tijdelijk informatie willen reduceren. Zoals de naam al aangeeft, comprimeren ze zonder informatie te verliezen. Bij tekst is het gebruik van afkortingen een goed voorbeeld van een verliesvrije compressie techniek. Iedereen weet dat ‘enz.’ de betekenis heeft van ‘enzovoort’, wat betekent dat u de 9 karakters lange ‘enzovoort’ naar de vier karakter lange ‘enz.’ kan verkorten.

Bij afbeeldingsdefinities is een voorbeeld van een dergelijke compressie ‘geïndexeerde’ kleur, waar we een lijst maken van beschikbare kleuren in een afbeelding, en daar dan een nummer aan toekennen. Als we dan de pixels beschrijven vermelden we alleen het opgegeven nummer, zodat we niet iedere keer de kleurdefinitie hoeven op te geven.

Compressie technieken met verlies zijn voor als we permanent de bestandsgrootte van een afbeelding willen reduceren. Dit is noodzakelijk bij producten waar een kleine bestandsgrootte de voorkeur heeft zoals bij een website. Omdat de afbeelding hierna niet meer zal worden bewerkt, kunnen we de context van een pixel bij de compressie in overweging nemen, zodat we psychologische en statistische trucks kunnen gebruiken.

Een van de belangrijke dingen die JPEG bijvoorbeeld doet is chroma sub-sampling, wat inhoud, dat de afbeelding wordt opgesplitst in een afbeelding met een grijswaarden en twee gekleurde versies (een met alle rood-groene contrasten en een andere met alle blauw-gele contrasten), om vervolgens de laatste twee versies kleiner te maken. Dit kan omdat mensen veel gevoeliger zijn voor verschillen in helderheid dan voor verschillen in tint en verzadiging.

Daarnaast gebruikt het cosinus golven om contrasten in een afbeelding te beschrijven. Dit houd in dat JPEG en andere verliesgevende formaten die dit gebruiken erg goed zijn in het beschrijven van een kleurverloop, maar niet erg goed in het beschrijven van scherpe contrasten.

Daartegenover zijn verliesvrije compressie technieken erg goed in het beschrijven van afbeelden met weinig kleuren en dus scherpe contrasten, maar niet zo goed in het comprimeren van afbeeldingen met veel kleurverlopen.

Een ander groot verschil tussen verliesgevende afbeeldingen en afbeeldingen verliesvrije is dat bestandsformaten met verlies in kwaliteit achteruit gaan als u ze hercomprimeert, wat inhoud dat als u een JPEG in Krita laadt en het een beetje bewerkt, weer opslaat, een beetje bewerkt, en weer opslaat, dat bij iedere volgende keer dat u opslaat het een beetje data verliest. Dit is een fundamenteel onderdeel van het verliesgevende comprimeren van afbeeldingen, en de belangrijkste reden waarom we werkbestanden gebruiken.

Zie ook

Als u geïnteresseerd bent in de verschillende compressietechnieken, dan kunnen we ` de pagina’s in Wikipedia page(s) over compressie van afbeeldingen <https://en.wikipedia.org/wiki/Image_compression>`_ aanraden omdat deze erg informatief zijn, ofschoon misschien een beetje technisch.